Vijf november, een van de eerste herfstdagen. Ik kijk door het raam naar buiten en zie dat er onder het afdak een vlinder heftig fladderend rondvliegt.
Het lijkt wel alsof ze nergens durft te rusten…. Alsof ze geen vertrouwen heeft….maar ook geen tijd te verliezen….. Ze blijft omhoog vliegen, aangetrokken door het licht van de overkapping. Maar ze kan niet verder ‘omhoog’, ze blijft ‘steken’ onder het hoogste punt van het dak.
Op het moment dat ik overweeg om haar de richting van de tuin te wijzen, neemt ze een forse duik naar beneden, om van daaruit de wijde wereld in te vliegen.
Op een of andere manier raakt dat, wat ik net gezien heb, me zodanig, dat ik me afvraag welke boodschap hier gezien wil worden.
Misschien is het wel dat we onze grootste angsten onder ogen moeten zien, dat we datgene wat lijkt op waar we naar toe willen, durven loslaten. Om te duiken naar de dieptes van onze ziel, naar onze schaduwkanten, naar datgene wat nog gezien wil worden.
Op dat moment kunnen we vanuit onze ‘innerlijke ruimte’, met een groter bewustzijn, zien welke richting we kunnen vliegen om echt vrij te zijn!
Vrij als een vlinder!